Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de hoogten van [29]Aven, Israels [30]zonde, zullen verdelgd worden; [31]doornen en distelen zullen op hunlieder altaren opkomen; en zij zullen zeggen tot de bergen: [32]Bedekt ons! en tot de heuvelen: Valt op ons! 29. Dat is, Beth-Aven, boven vs.5. Dat is, Bethel. 30. Dat is, welke hoogten de voornaamste stof, idem ene aanleiding of aanritsing zijn van Israels gruwelijke afgoderij en allerlei andere zonden, die zij aldaar in hunne tempels bij hunne altaren, idem onder al de groene bomen en in bossen, bedrijven. Vergelijk Deut.9:21; Jes.27:9, en zie boven hfdst.4 vs.13; Lev.26:30; Ezech.6:13, en Ezech.20:29 met de aantekening. 31. Vergelijk boven hfdst.9 vs.6. 32. Woorden van wanhopende mensen, die vanwege het gevoel en den schrik der tegenwoordige en toekomende oordelen Gods, mitsgaders het oordeel hunner eigen conscientien, verbaasd en troosteloos zijnde, niet anders wensen dan maar al evenveel hoe, dood, of uit den weg te zijn, hoewel tevergeefs. Vergelijk Jes.2:19; Luk.23:30; Openb.6:16.